De jonge weduwe
Berta Garlan is de jonge weduwe. Drie jaar na de dood van haar man bekruipt haar een zekere onrust. Dan leest zij in de krant een stukje over haar jeugdliefde, die inmiddels een beroemd violist is geworden. In Berta rijpt een voornemen om het duffe provinciaalse stadje waar zij woont achter zich te laten en zich te laten verleiden door al wat de grootstad Wenen te bieden heeft.
Arthur Schnitzler (1862–1931) was de belangrijkste Oostenrijkse schrijver van het fin de siècle. Hij werd opgeleid als arts maar wijdde zijn leven aan het schrijven van gedurfde verhalen, romans en toneelstukken. Hij ontleedde vlijmscherp en met veel humor de Weense samenleving rond 1900. In zijn werk maakte hij korte metten met de dubbele moraal: hij liet zien dat ook vrouwen gedreven worden door seksuele begeerte. Zijn tijdgenoot Sigmund Freud prees hem vanwege zijn verbazende psychologische inzicht.
Haast indrukwekkender dan deze klassieker was Arthur Schnitzlers eigen liefdesleven, dat hij meticuleus beschreef in zijn dagboeken. Daaruit leren we dat Berta Garlan geen louter fictieve figuur is en de schrijver geenszins een brave huisvader. Vertaler Jef Rademakers doet de historie graag uit de doeken in zijn onderhoudende nawoord. De jonge weduwe verrast de lezer op verschillende manieren, een niet te missen werk uit de wereldliteratuur.